'Ik weet nog goed dat ik met mijn moeder in de auto zat en we urenlang een belangrijk gesprek hadden. De volgende dag kon mijn moeder zich niets van dat gesprek herinneren. En ondanks dat iedereen wel eens iets vergeet, ik wist meteen dat er iets niet klopte. Mijn moeder en ik waren twee handen op een buik en ik kende haar door en door. Ik besloot haar een tijdje te testen en toen vielen mij steeds meer dingen op.'
'Via de huisarts werden we doorgestuurd. Mijn moeder werd getest aan de hand van vragen en observatie. Alleen, ze is een meester in mensen erin laten geloven dat er niets aan de hand is. Ze was natuurlijk erg jong, toen nog rond de 63 jaar, het kon ook te maken hebben met haar diabetes. We zouden een half jaar later terugkomen om te kijken of haar diabetes was gestabiliseerd. Ik weet nog dat ik me opgelucht voelde, ook al voelde ik diep van binnen dat het niet klopte. En inderdaad, een half jaar later werd toch Alzheimer geconstateerd.
Ik wist niets van dementie, maar vind het zo heftig.
We gingen jaren verder tot ze ineens hard achteruit ging. Ze wist niet meer hoe een pot jam heette. Kleine dingen werden grote dingen en ik ging steeds vaker langs om haar te controleren en helpen. Ze had regelmatig beschimmeld voedsel in haar koelkast liggen, dingen op de verkeerde plek of ze vergat het fornuis uit te zetten. Om dat te voorkomen ging ik voor haar koken en pakte steeds meer af zoals haar pinpas. Ze kon namelijk zomaar € 750 in drie dagen tijd uitgeven aan niets. Ik maakte me vooral zorgen vanwege haar diabetes. Als zij haar insuline spuit, dat vervolgens vergeet en nog een keer doet is dat levensgevaarlijk.
Ik wist niets van dementie, maar vind het zo heftig. Afhankelijk van welk deel in de hersenen is aangetast uit het zich bij iedereen anders. Dat maakt deze ziekte zo onvoorspelbaar. Het kan alle kanten opgaan waardoor je voortdurend in angst leeft.'
'Ik was de enige die voor haar zorgde. Omdat het te zwaar werd schakelde ik thuiszorg in. Dat duurde alleen vrij kort omdat ze weigerde. En ze stonden vaak voor een dichte deur omdat mijn moeder hele dagen door de stad wandelde. Toen ze een zwerver in huis haalde, de hele nacht bezig was de kerstboom op te zetten, haar suiker gevaarlijk laag was en ze mijn hulp niet meer accepteerde was de maat vol.
Ze houdt van mensen, dus ze voelde zich snel thuis.
Ik nam contact op met de casemanager en ze kon terecht in Antonius Binnenweg. De overdracht naar de opname op de woonafdeling ging heel warm omdat ze al naar de dagbestedingen op deze locatie ging en de mensen kende. Al binnen drie dagen knapte ze op door routine en structuur aan te brengen. De hele dag praatte ze met iedereen en ze hielp mee in de dagelijkse activiteiten zoals de tafel dekken en weer opruimen. Ze houdt van mensen, dus ze voelde zich snel thuis. Ook de verpleegkundigen liepen zo met haar weg.
Ik had al lang de droom om naar Portugal te gaan. Maar ik wilde ook graag in de buurt van mijn moeder blijven. Ik maakte een plan om samen naar Portugal te gaan. Ik vond een verzorgingshuis waar ze Nederlands spreken en ging om de hoek wonen. Mijn moeder houdt van de zon op haar huid en lekker buiten zijn, dus het leek mij een ideale situatie.
Ik realiseerde me dat ik haar stabiele factor was en het niet meer alleen aankon.
Echter, het verzorgingshuis maakte niet waar wat zij beloofd had. Er waren nauwelijks activiteiten, ze miste haar structuur en werd down omdat ze niks mocht doen. Als ik haar bezocht sprong ze uit haar stoel, blij met wat afleiding. Verschrikkelijk vond ik dat en haalde haar in huis. Al snel sloeg haar humeur om en ze werd steeds gefrustreerder.
Toen ik haar een keer achterliet bij een bekende sloeg de angst bij haar toe en vlogen de stoelen door de tuin. Ik realiseerde me dat ik haar stabiele factor was en het niet meer alleen aankon. Ik belde de casemanager van Laurens voor overleg. Zij stelde voor haar weer terug naar Nederland te brengen en hadden plek voor haar.'
'Achteraf bleek dat mijn moeder zich eenzaam voelde in Portugal. Ze had op mij na weinig mensen om zich heen. Het was frustrerend voor haar dat ze dat niet in woorden kon uiten en dat uitte zich in haar gedrag. Ik moest dat leren en hoop dat mensen niet dezelfde fout maken als ik. Accepteer de ziekte, vind de persoon niet lastig en realiseer je dat het voor deze persoon net zo frustrerend is, of misschien nog wel frustrerender.
Ze voelt zich hier veilig, vertrouwd en thuis.
Nu zit ze alweer een tijd in Antonius Binnenweg en ze vindt het fantastisch. Ze is nog jong, ze ziet er goed uit en is de hele dag bezig en kletst met iedereen. Ze voelt zich hier veilig, vertrouwd en thuis. Ze is gelukkig. Ze wordt goed in de gaten gehouden, krijgt haar medicijnen en tegelijkertijd voert ze, ondanks haar opname, tot een bepaalde hoogte haar eigen regie. Ze mag overal mee helpen wat ze kan en wat ze graag doet. En aangezien ze niet stil kan zitten, is ze de hele dag in de weer om het personeel te helpen met de organisatie, dagbestedingen en in de keuken en eetplekken.
Zodra het even kan, gaat ze mee naar buiten. Ze houdt van de buitenlucht en winkelen en omdat de Antonius Binnenweg midden in het centrum van Rotterdam ligt, kan ze heerlijk door de stad struinen zoals ze dat altijd al deed.'