"Ondersteuning voor mantelzorgers levert geld op"

Een van deze interventies is 'Beter Thuis met Dementie'.

Een beetje investeren in de vaardigheden van de mantelzorgers bespaart ons zorgkosten, stellen Betty Birkenhäger (specialist ouderengeneeskunde en projectleider Beter Thuis met Dementie bij Laurens) en Wilco Achterberg (hoogleraar ouderengeneeskunde).

Nederland vergrijst waardoor meer mensen meer zorg nodig hebben. Voor het leveren van deze zorg zijn echter beperkt mensen beschikbaar, ook omdat in het nieuwe zorgakkoord het aandeel werkenden in de zorg niet mag stijgen. Hierdoor zullen patiënten meer op zichzelf en hun naasten als mantelzorgers zijn aangewezen.

In 2015 werd 7 procent van de totale zorgkosten besteed aan mensen met dementie en de verwachting is dat dit alleen maar zal toenemen. Als we deze toename in kosten willen beperken, zal nog meer zorg neerkomen op de mantelzorgers van mensen met dementie dan nu al het geval is.

Vergeetachtigheid
Dementie is echter een ingewikkelde ziekte die veel meer inhoudt dan alleen vergeetachtigheid. Mensen worden bijvoorbeeld door dementie vaak ook heel passief en als je dat niet weet, ga je je ergeren als je partner met dementie de hele dag op de bank blijft zitten en niets meer uit zichzelf doet. Kennis over dementie en alles wat erbij komt kijken, maakt het dan minder zwaar om voor iemand te zorgen.
De laatste jaren is het effect onderzocht van interventies die zich richten op het aanleren van vaardigheden van de mantelzorger om voor hun naaste met dementie en ook voor zichzelf te zorgen.
Een van deze interventies is Beter Thuis met Dementie. Dit is een cursus waarbij mensen die samenwonen met iemand met dementie samen met maximaal zes andere stellen een midweek verblijven in een vakantielocatie. Ze krijgen daar workshops over alles wat te maken heeft met het zorgen voor en leven met iemand met dementie. Uit wetenschappelijk onderzoek bleek dit positief effect te hebben op de mantelzorgers.

Zelfvertrouwen
Bijvoorbeeld: een man die voor zijn vrouw zorgde en dit zo veel mogelijk zelf wilde doen, ontdekte dat zijn vrouw helemaal opbloeide toen ze meer onder de mensen was tijdens de week. Hij ging dus toch maar activiteiten voor haar zoeken na de cursus. Doordat mantelzorgers vaardiger waren geworden en meer zelfvertrouwen hadden gekregen, bleken ze na de cursus duidelijk minder gebruik te maken van de reguliere zorg. Hierdoor maakten ze per koppel het jaar aansluitend aan de cursus meer dan 10.000 euro minder zorgkosten dan koppels in de controlegroep.

Deze en vergelijkbare interventies kunnen een bijdrage leveren aan besparing van de zorgkosten. In het huidige zorgstelsel is het echter niet goed mogelijk dit structureel te financieren.

Waarom niet? In Nederland is de financiering van zorg voor ouderen ondergebracht in drie verschillende stelselwetten. Er is echter geen samenhang tussen deze financieringsvormen (Zorgverzekeringswet, Wet Langdurige Zorg en Wet Maatschappelijke Ondersteuning) en iedere financier probeert de kosten zo laag mogelijk te houden.

Deze manier van financieren gaat ook voorbij aan het feit dat ondersteuning van de mantelzorger ten goede komt aan de patiënt. Dat betekent dus dat geld, dat uitgegeven wordt door gemeenten aan mantelzorgondersteuning in het kader van de WMO, besparingen op kan leveren in de Zvw of de WLZ, maar dat de gemeenten daar vervolgens zelf niets van terug zien.

Doorbreek de schotten
Patiënten met ziekten waardoor zij langdurig zorg en ondersteuning nodig hebben (dementie, maar ook patiënten met bijvoorbeeld multiple sclerose of Parkinson) en hun mantelzorgers moeten beschouwd worden als een eenheid. Hef de schotten tussen de financiering van mantelzorgers en de patiënten waar ze voor zorgen op. Mantelzorgers moeten daarnaast in de gelegenheid worden gesteld te leren hoe zij goed voor hun naaste kunnen zorgen zonder er zelf aan onderdoor te gaan. Betere zorg met minder kosten: daar hebben we allemaal wat aan.

Door Betty Birkenhäger en Wilco Achterberg.

Deel op social media

×

Zoeken